Wat ik met 100% zekerheid durf te beweren, is dat zeker 40% van ons overgewicht te wijten is aan hoe we ons eten bereiden. In Nederland kunnen we er ook wat van, om alles zo vet en blubberig mogelijk te maken. We staan zelfs bekend om onze kuiltjes in de stamppotten vol met vette jus, onze sausjes over de groenten en dat we bij vrijwel alles wel mayonaise en/of ketchup eten. En hoewel het stamt uit de jaren veertig, het zoutvaatje blijft in heel erg veel Nederlandse huishoudens op tafel komen bij iedere maaltijd, zij het in een wat moderner jasje.
Op alles gaat nog steeds zout. Terwijl we met zijn allen veel te veel zout zijn gaan eten omdat in al ons verkrijgbare voedsel al bergen zout verscholen zit.
Onze fascinatie en adoratie voor onze bekende kuiltjes jus is ergens in de jaren zestig ontstaan. Het bekende pakje Croma wakkerde een geheel nieuw tijdperk aan in onze oer-Hollandse stamppotten. Plots was een samengeprakte pan met kerngezonde aardappelen met boerenkool vers van het land “saai” en kon zo’n miraculeus pakje Croma de boel een smaakexplosie geven. Zo werden we het land der vette bakproducten in gelokt en kwamen er steeds meer en meer vette harde bakboters en zelfs keiharde blokken frituurvet op de markt. Er ontstonden ook steeds meer kookvormen en manieren om ons eten op te lekkeren en daarmee ook dubbel zout en vetter te maken. Alles voor de smaak tenslotte.
Zo rond de jaren tachtig kwamen de eerste ziekten en veel ander lichamelijk leed de medische wereld binnen druppelen. Plots waren daar welvaartsziekten als diabetes, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, heel veel nare kanker gevallen, die op de meest vreemde plekken ontstonden in en aan ons lijf. Ondertussen bakten we lekker verder in de moddervette harde bakboter, met lekker veel klonten in de koekenpan, zodat het balletje gehakt een lekker bruin korstje kreeg. En na de introductie van de friteuse pruttelden de frietjes en alle andere snacks heerlijk in de transvet frituurblokken. Wat rook het lekker! Wat smaakte het lekker! En wat werden we dikker! En zieker!
Toen er flink wat onderzoek werd gedaan naar de oorzaak van die ziektes, kwam de optelsom al snel uit op de vele gebruikte transvetzuren in onze voeding, met name de bakproducten. En dus moesten fabrikanten er flink aan trekken om hun product gezonder aan te kunnen bieden, minder transvet dus. Het werd plantaardig vet. Maar of dit nu werkelijk zoveel gezonder was? Mensen bleven gretig gebruiken. Onze smaakpapillen waren allang verpest. Oké, wat dan? De vloeibare flessen bakboters deden hun intrede in supermarkt-land, was dit dan het ei van Columbus?
Nee, het werd olie! Want onze Europese buren blaakten van gezondheid. De Italianen bakten en bereiden al jaren met het gouden goed wat olijfolie heette. Het had vele gezonde omega-vetzuren. Het had dus vele gezondheidsvoordelen, waar wij hier in Nederland naarstig naar op zoek waren. En dus kwamen er langzaam maar zeker dure flessen olijfolie, eerste, tweede en derde persing in de schappen. We kregen de smaak te pakken, want naast dat het gezonder was, smaakte het goedje ook nog eens lekker. En dus gingen we zo halverwege de jaren negentig massaal over op olie. Het pakje harde boter werd ook meteen afgebrand in de media, dit was de enige echte veroorzaker van alle ziektes en leed. Nee…we moesten maar aan de olie! Olie was het en is het! Kijk maar eens naar al die gezond ogende Italianen. De ultra-slanke vrouwen met maatje min 34. De gelukkige indrukken die deze mensen maken, genietend van het leven en van eten. En wie kent ze niet, die gerimpelde maar stokoude bejaarde vrouwtjes, voor hun deuren op een stoel zittend? Ze behalen daar erg hoge leeftijden. Dat kwam vast door de levensstijl.
En dus gingen we lekker bakken in de olie. Heerlijk. Hele scheuten in de koekenpan, door de sla, over tomaten, alles smaakt lekkerder met olijfolie. Toch zijn we anno 2012 vetter, dikker, zieker en vermoeider dan ooit. Want helaas hebben we niet ECHT GOED naar de Italianen gekeken. Zij gebruiken maar ontzettend kleine hoeveelheden olie en gebruiken het ook niet vrijwel overal op en bij, maar werken ook veel met verse kruiden. En ook eten ze nooit teveel. Wij lijken echter onverzadigbaar. En alle gezonde voordelen van olijfolie ten spijt: het blijft OLIE en dus vet. En als ik het huidige gebruik in de keukens eens analyseer word ik van de enorme scheuten olie in de pan niet vrolijker. Ook de goed bekeken vele kookprogramma’s stemmen mijn humeur nooit vrolijk. Als ik de overigens fantastische kok Rudolf van Veen een halve fles in een pan zie mikken ben ik niet blij met zijn goed bedoelde voorbeeld.
Ik bak niet in boter. Ook niet in olie. Ik heb maar één keukenprins in mijn keuken: een flesje sojasaus. Sojasaus is gek genoeg echt een onderschat, onder het kleed geschoven, achtergesteld, onbegrepen, onbekend, op de vlakte gehouden, diep achterin de schappen te vinden oergezond goedje. In de Aziatische wereld een begrip, onmisbaar, maar in Europa onbemind. En dat is raar. Erg raar, als je eens nader bekijkt hoe gezond en vooral lekker sojasaus is.
Wat erg veel mensen niet weten is dat je in sojasaus werkelijk ALLES kunt bakken, braden, verlekkeren, opleuken, bereiden. Werkelijk ALLES. Ja, ook een stukje kipfilet, een bal gehakt, in een salade, over een schotel. Waar sojasaus in Nederland nu vooral om bekend staat is om zijn nodige aanwezigheid in sauzen. Terwijl het dus zoveel meer kan, en… ontzettend GEZOND is. Het bevat vele goede stoffen voor ons lijf, werkt bloedzuiverend en bevat geen gram vet. Zeker als je voor de zoutloze/zoutarme variant kiest heb je één brok gezondheid in handen. Ben je werkelijk dan zo verknocht aan zout, kun je dit erg goed opvangen met verse kruiden.
Een goed voorbeeld van de vele goede gezondheidsvoordelen van sojasaus ligt erg dicht bij mezelf, namelijk bij mijn eigen lieve moeder van bijna 65 jaar oud. Zij leed jarenlang helaas aan extreem overgewicht maar viel onlangs (met een beetje hulp van haar dochter) zeker 26 kilo af. Ze deed dit binnen nog geen jaar, zonder al te veel moeite. Ze verving alleen erg veel slechte dingen voor goede. Haar fles vloeibare bakboter werd vervangen door een flesje sojasaus. En er ging werkelijk een wereld voor haar open. Ze kan vandaag de dag nog steeds genietend vertellen over de heerlijke gehaktbal, in soja gebakken, die ze de dag ervoor heeft gegeten. Haar kipfilets smaken plots zoveel lekkerder, even gemarineerd in de sojasaus, en dan gebakken in sojasaus. Naast dat ze gezonder werd van lijf en leden gingen haar smaakpapillen er ook op vooruit. Het leuke is dat ze mij nu overschaduwt met het verzinnen van de meest lekkere recepten met soja. Zo heeft ze haar eigen potje macaroni, haar eigen potje shoarmavlees. Ze geniet!
Naast al deze super voordelen heeft sojasaus er nog eentje: het is niet duur. Je hebt een goed flesje waar je vrij lang mee doet voor nog geen € 2,50. En het is handig. En kijk ook eens naar onze Aziatische buren: ook deze mensen zijn erg gezond. Wie kent er een ernstig zieke Chinees? Dit zijn uitzonderingen op de regel.
Ik hoop dat sojasaus in de loop der jaren zijn echte goede intrede mag maken in Europa. En dat het eindelijk de erkenning krijgt die het verdient! Ondertussen blijf ik lekker genieten van mijn kookkunsten met soja en vertel iedereen die het maar wil weten wat ze missen als ze weer een fikse scheut olie of bakvet in hun pannetjes spuiten…